vrijdag 3 oktober 2014

Overvloed

We leven in een wereld van overvloed. Niet alleen van informatie en prikkels, maar ook van geld en middelen. Niet altijd en overal, want er zijn grote verschillen tussen arm en rijk, maar toch. Want het is maar wat je arm of rijk noemt.

Economie wordt wel de theorie van de keuzevraagstukken genoemd. Van de spanning tussen oneindig veel behoeften en schaarse middelen. Dat is een 17e eeuwse benadering. Die van de koopman-boekhouder die weinig risico's nam en zuinig op zijn kapitaal paste. Het is daarom tijd voor een nieuwe aanpak. Er wordt beleid gevoerd dat op drijfzand is gebouwd. Vaak met veel statistisch materiaal (zoals bij CPB, CBS, en bij een econoom als Piketty). Maar cijfers uit het verleden zijn niet zo maar door te trekken. Alle beleggers weten dat.

Het is belangrijk dat de gangbare economische theorie eens goed wordt getoetst. Is het wel waar dat een lage rente investeringen aanjaagt ? Of dat lage lonen betekenen dat er meer werkgelegenheid komt ? Of dat de 3% norm ook maar ergens op slaat, ons helpt uit de crisis te komen ?
Het klinkt allemaal logisch en is al eeuwenlang gesneden koek voor economen en beleidsmakers. Toch zijn het stuk voor stuk slecht onderbouwde stellingen, onbewezen theorieën, dogma's. Nog te veel boven kritiek verheven.
Het is daarom prima dat Frankrijk zich niet in het harnas van te harde bezuinigingen wil laten wringen en meer tijd vraagt. Daarvoor zijn goede redenen te over.

De Europese 3% norm is niet genoeg onderbouwd. Het percentage werd uit de lucht gegrepen.
Piketty laat in "Capital" als nevenproduct zien dat er vroeger vaak veel grotere tekorten zijn geweest. En tot nu toe ging geen enkele staat bankroet. Ook wel omdat schulden soms gewoon werden afgestempeld, of een extra belasting ingevoerd, daarmee het probleem (?) op het publiek afgewenteld. Dat gebeurt ook nu.
De vraag wordt niet gesteld en dus ook niet beantwoord, of dat eigenlijk wel nodig is. Want het is vreemd dat we bij de Staat alleen naar uitgaven en inkomsten kijken. Naast schulden heeft de Staat (een ongrijpbaar iets, waar wij allemaal eigenaren van zijn) heel veel bezittingen. Zo goed als zeker (maar moeilijk te berekenen en te bewijzen) vallen de schulden daarbij in het niet.
Het kan zijn (maar is die angst terecht ?) dat de rente op staatsschuld als het zo doorgaat straks niet meer uit belastingen op te brengen is. En de belastingen (inclusief betaalde premies en de kosten van geprivatiseerde diensten) kunnen moeilijk verder worden opgekrikt. Er wordt dus maar verder bezuinigd en gesneden in het budget van de overheid en haar taken. Totdat een "belastingherziening" (een veel te verzachtend woord) de overheid weer meer bestedingsruimte geeft.

Vooral door het onophoudelijk bezuinigen in publieke en private sectoren is in Europa heel veel werkgelegenheid verloren gegaan. Niet alleen door automatisering, robotisering, en het overhevelen van werk naar lage lonen landen. Dat proces is (wereldwijd ?) onder invloed van neoliberaal gedachtegoed veel te ver doorgeslagen. Het is de hoogste tijd om te redden wat er te redden valt en een nieuwe economische theorie te ontwikkelen. Als die theorie en het daarop gebaseerd beleid tenminste dan ook goed in de praktijk getoetst gaan worden. Modelberekeningen zeggen niet genoeg. Daaruit komt alleen wat er in gestopt is aan veronderstellingen en cijfers.
Ook in een veranderende wereld zou het werkgelegenheids- of welvaartslek te stoppen moeten zijn. Want bezuinigingen, automatisering, en robotisering zijn winstgedreven ontwikkelingen. Aannemend dat die winst er in voldoende mate is, waar blijft die dan ? Volgens Piketty bij de kapitaalbezitters. Vermogens groeien harder dan inkomens en bestedingen (of investeringen). Daarom wordt de kloof tussen arm en rijk groter.

Misschien belangrijker nog is, dat er een kunstmatig gevoel van schaarste wordt opgewekt. Want het is heel bekrompen om alleen maar in termen van materie, cijfers, geld te denken. Wie zich daardoor klem laat zetten doet zichzelf en anderen tekort. Het is alleen in zoverre waar, dat wij onze wereld aan het verwoesten zijn. Met uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen. Met uitputting van water, grondstoffen. Gevolg is dat we de grenzen aan de groei naderen (als ze hier en daar al niet overschreden zijn). Dat liet de Club van Rome in 1968 al zien. Maar daar hebben we ons in het algemeen nog weinig aan gestoord.
Minstens even erg is, dat een gevoel van schaarste tegen ons werkt. Iemand met zo'n gevoel laat zich beperken in al zijn of haar kwaliteiten. In creativiteit, leervermogen, ontwikkeling van talenten, kracht van communicatie. Ook daardoor worden de rijken rijker en de armen armer.

Als we meer gaan delen is er hoop op een betere toekomst voor ons en onze wereld. Van delen wordt niemand armer, alleen maar rijker. Ieder in dat circuit kan met minder (energie, geld, middelen) toe. Dat besef is al bij veel mensen aanwezig en wint nog aan aanhang en kracht. We gaan duidelijk toe naar een participatiesamenleving, een omgeving waarin meer en eerlijker gedeeld wordt. Dat geeft ons hoop.
Voor een goed begrip nog dit. Delen is wat anders dan socialisme of communisme. Delen kan alleen vrijwillig zijn. Herverdeling of gemeenschappelijk eigendom wordt in het socialisme of communisme afgedwongen. Net als heffing van belastingen in een democratische staat.
Dwang roept ontwijkingsgedrag op. Uiteindelijk stort het stelsel daardoor in. Daarom is verder gaan op de oude koers en met lekstoppers (de "accoorden" en straks een "herzien" belastingstelsel) het schip van staat drijvend zien te houden geen goed idee. Laten we gaan werken aan een maatschappij waarin meer en beter gedeeld wordt. Het is een illusie dat iemand die van harte geeft armer wordt. Delen maakt ons allemaal rijker. Welzijn zou ook in ons handelen en denken boven welvaart moeten gaan.

Doe de ogen maar open en kijk eens goed om je heen. We leven niet in een wereld van schaarste, maar -nu al- in een wereld van overvloed.