maandag 8 april 2013

Creativiteit

Zo te zien ontbreekt het in de pensioendiscussie tot nu toe aan creativiteit en durf. De prominenten genoemd in het vorig item hebben volkomen gelijk met hun opmerkingen. Prof Bernard van Praag had dat ook, toen hij er op wees dat de deelnemers (uit alle leeftijdsgroepen en bedrijven/beroepen, werkenden en pensioentrekkers) een stem zouden moeten krijgen in het besluitvormingsproces. Zie http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/laat-pensioengerechtigden-meebeslissen-over-het-pensioenstelsel (gepubliceerd op 10 maart 2010). Die stem moet de partij 50 plus dan nu blijkbaar maar geven. Want inspraak komt er wel *]. Maar, zoals het er nu uitziet pas als het te laat is. Als al lang en breed beslist is over een nieuw pensioenstelsel. Dan is er alleen nog inspraak in de marge mogelijk. Over deelbeleid binnen dan weer nieuwe strakke kaders.
Een hogere rekenrente of een uitgekleed pensioen zijn niet de goede oplossingen. Al scheelt 1% rekenrente wel ongeveer 12% in de dekkingsgraad. Tegenargument was van een andere econoom, dat dan te risicovol zou moeten worden belegd. Het is maar de vraag of dat klopt. ABP kondigde tenminste aan dat door DNB mogelijk nog een wat hogere rekenrente toegestaan zou worden.
De overheid en de pensioensector hollen nog door als een blind paard op het oude spoor. Die weg loopt dood. Beseft men niet dat het ook anders kan ?
Nog maar een keer, er zijn goede alternatieven. Om het huishoudboekje op orde te krijgen. Die niet de rekening doorschuiven. Die de economie die al jaren kwakkelt uit het slop zouden halen:

(1) Verwerk nieuwe CBS-cijfers over de levensverwachting niet meer meteen en volledig in de pensioenpot. Dat is rekenen volgens een "worst case scenario". Rekenen als een erg voorzichtige koopman-boekhouder die onheil op onheil ziet komen. Ook liegen met cijfers. Want een prognose mag eigenlijk niet langer dan een jaar of vijf worden doorgezet. Daarna zullen belangrijke factoren veranderd zijn. De kans daarop is tenminste groot.
(2) Verwerk nieuwe cijfers gespreid. Of beter nog, breng het risico van langer leven (van ouder worden dan bijvoorbeeld 85 jaar) onder bij een verzekeringsbedrijf. Dat moet veel goedkoper zijn. De premie kan dan omlaag, de uitkering weer op peil gebracht.
(3) Als het echt niet anders kan, kap dan het risico van langer leven af. Beperk het aanvullend pensioen (niet de AOW) tot een pensioen over een betaalbare periode (bijvoorbeeld tot eindleeftijd 85 jaar). Geef de gepensioneerden dan wel een afkoopsom mee.
(4) Hiernaast zou een keuzepensioen kunnen worden aangeboden met lagere of hogere aanvulling over een gewenste periode zoals in het verzekeringsbedrijf. En dan natuurlijk navenant lagere of hogere premie. De deelnemer kan dan zelf tenminste kiezen naar draagkracht en inkomen. Hij of zij krijgt dan niet iets opgelegd en door de strot geduwd dat niet past. Het is als een Procustesbed. We worden opgerekt of de ledematen gaan eraf. We zijn meestal te kort of te lang.

De vraag "Mag het een onsje minder zijn ?" (met de suggestie erbij, dat het nu eenmaal niet anders kan) is verhullend. Om niet het woord misleidend te gebruiken. Bij de slager kunnen we tenminste nog nee zeggen, verder onderhandelen, of naar een andere leverancier gaan. Hier kan dat niet.
Misschien zijn er nog andere goede oplossingen mogelijk. En een oplossing is pas goed als alle betrokkenen er van harte tevreden mee kunnen zijn. Het gaat erom die op tafel te krijgen en te benutten. Nu, terwijl er nog ruimte voor discussie en verandering is. Over een maand, een jaar, zal het niet meer mogelijk zijn om nieuwe inzichten te verwerken. Dan is alleen een voorstel nog weg te stemmen. Of een nieuwe pensioenwet te blokkeren. Gelukkig dat die uiterste mogelijkheden toch ook nog bestaan.

*] Het wetsontwerp Koser Kaya (D'66) en Blok (VVD). Omgezet in wetgeving. Maar pas van kracht in 2014 of 2015.
Er is al wel een ledenraad. Die heeft adviesrecht en zelfs in het uiterste geval het recht het bestuur naar huis te sturen. Binnen de bestaande kaders is er natuurlijk weinig ruimte om een ander beleid te voeren.