maandag 6 oktober 2014

Groenink en marketing

Rijkman Groenink wordt door veel mensen beschouwd als grote boosdoener. De man die de ABN Amro Bank in de vernieling bracht en daarna wrang genoeg nog met € 26 mln bonus beloond werd. Wrang, want de bank die zich profileerde als De Bank moest met veel geld uit onze portemonnee gered worden om omvallen (van meer banken en Nederland (?)) te voorkomen. Zo zie ik Groenink niet, en ik heb hem toch een tijdje van zeer nabij meegemaakt.

Maar ik zie Groenink ook niet als slachtoffer zoals hij een paar maanden geleden in de Volkskrant werd weggezet. Dat was in een "geautoriseerde" rectificatie. In HP/De Tijd werd daar een schepje bovenop gedaan. Link: http://www.hpdetijd.nl/2014-02-10/gemakkelijke-zure-onzin-volkskrant-rijkman-groenink/
Voor mij geldt nog steeds de waarschuwing (leefregel) "Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen". Groenink had en heeft grote kwaliteiten die paste bij zijn ambitie. Hij maakte in de Amro Bank niet zomaar een bliksemcarrière, gedreven als hij was en nog altijd -van ver gezien- lijkt te zijn. Het lukte hem alleen niet de beoogde gouden deal te sluiten. Om ABN Amro naar de top tien van de wereld te laten doorstoten zoals zijn ambitie was.
Als topman van de ABN Amro Bank heeft hij misschien teveel op zichzelf en op zijn naaste adviseurs vertrouwd zoals in "De Prooi" wordt beweerd. Niet onwaarschijnlijk is ook dat hij de belangen van aandeelhouders (te) ver bovenaan zette. Dat leek de beste strategie, want de beurswaarde moest flink omhoog om genoeg geld te krijgen voor een grote overname.

Een bestuursvoorzitter of CEO kan niet meer naar anderen wijzen. Het is daarom ook eenzaam aan de top. Maar die plaats wilde hij zelf hebben. Ieder mag zijn of haar eigen keuzes maken. Wat anders is of zo'n keuze altijd gelukkig maakt.

Wat mij nog altijd dwars zit (na zo'n vijfentwintig jaar) is dat neoliberaal gedachtegoed en "wetenschappelijk verantwoorde" risicomodellen (waardoor Groenink zich misschien teveel liet leiden) nog altijd zoveel aanhangers heeft. Ook dat "mijn" vak marketing (dat ik koos omdat mensen mij meer interesseerden dan cijfers) zwaar verpest is. Het is een pseudo-wetenschap van de manipulatie geworden. Een vroegere hoogleraar van me protesteerde er al vergeefs tegen.

Marketing zette toen dit nieuwe vak aan de EUR opkwam (in 1969/1970) nog de klant centraal. Het ging erom de behoeften van mogelijke klanten te peilen en te kijken of er iets met winst te maken en verkopen was aan bepaalde doelgroepen. Daarna dat product bij een zo groot mogelijke groep potentiële kopers onder de aandacht te brengen. Dat in tegenstelling tot de oude verkoopstijl. Die van de stofzuigerverkoper aan de deur die als radde prater je een nieuw product aan wist te smeren. Maar we zijn, wat dat betreft, weer helemaal terug bij af.

Wij, het hele land, zijn slachtoffer van die terugval. Niet alleen door de bekende (maar nog niet volmondig door de betrokkenen zelf erkende) uitwassen in de financiële sector. Uitwassen, zoals de bonuscultuur en het gebrek aan oog voor de klant en werknemer) die er nog steeds zijn. Ook doordat de overheid, mikkend op nog meer privatisering en marktwerking, die verkoopstijl heeft overgenomen. Eerst iets maken, daarna ons aanpraten dat het een goed product is. Een stijl die op korte termijn (tenminste volgens beperkte berekeningen) winst oplevert, maar onherstelbare schade toebrengt aan ons allemaal en onze wereld. Die wordt niet geteld.
Ons wordt aangepraat dat het niet anders kan, zelfs goed voor ons is. Dat leidt tot absurde taferelen. Eén daarvan is het sprookje dat we allemaal ouder worden en dat de pensioenen daardoor op de duur niet meer betaalbaar zouden zijn. Daarom zouden we allemaal langer moeten werken. Nu komt minister Asscher (belast met o.m. het algemeen sociaal-economisch beleid) ons vertellen dat er door robotisering in de komende jaren nog eens honderdduizenden banen zullen verdwijnen. Op wat voor banen zouden we dan door moeten werken tot na ons 67e ? Absurd is ook, dat windmolenparken of andere vormen van groene energie niet rendabel zouden zijn zoals het CPB berekend heeft. Maar dat komt omdat vervuilende energiecentrales door kromme Europese regels (emissierechten) evenveel mogen blijven produceren en vervuilen als ze op peildatum deden. Moeten we ons dan laten binden door domme regelgeving ?

Gelukkig zijn er lichtpuntjes. Minister Kamp (verantwoordelijk voor macro-economisch beleid) zet de plannen om windmolenparken op zee te bouwen door. Hij wil dan maar de regelgeving over emissierechten laten aanpassen. Niet de simpelste oplossing, want je kunt ook gewoon de analyse relativeren. Zijn plan heeft waarschijnlijk heel weinig kans van slagen in het Europese krachtenveld.
Een ander lichtpuntje is het boek "Capital" van de Franse topeconoom Thomas Piketty. Daarin wordt een progressieve vermogensbelasting bepleit. Van 0.1 tot 0.5% voor de kleinste vermogens oplopend naar 5 tot 10% voor supergrote vermogens. En passant laat Piketty zien (maar dat heeft de pers niet gehaald) dat de Europese 3% norm onzin is. Volledig uit de lucht gegrepen (ik herhaal het hier maar eens), want de schuldenlast van veel landen is vroeger veel hoger geweest, zonder dat dit tot staatsbankroet leidde. Frankrijk heeft daarom nu gezegd zich niet aan de begrotingsafspraken te kunnen en te willen houden, en om langer uitstel gevraagd. Terecht.
Het belangrijkste lichtpunt is voor mij dat we definitief toegroeien naar een participatiesamenleving. Een maatschappij van meer en eerlijker delen. We leven op de grens van die nieuwe tijd en nieuwe wereld. Dat kan niet meer afgeschoten worden als "New Age-achtige wartaal" of "wereldvreemde zweverigheid". Een studiegenoot van me (futuroloog) schreef over die nabije toekomst een inspirerend boek. En er zijn nog veel meer inspirerende boeken geschreven. De Bijbel ook, zelfs als je die (als modern mens) leest als een boek vol tips om als mens tot volle ontplooiing te komen. Als spirituele leerweg om een betere wereld te scheppen. Voedsel voor de ziel te over, net als iconen die onze rolmodellen kunnen zijn. Koplopers die ons de weg wijzen. Gewone mensen, met kwaliteiten (talenten) die wij allemaal kregen, die ons laten zien hoe het ook kan.