vrijdag 13 februari 2015

Onzinverhalen ? (Update 26 februari 2015)

Het FD heeft een artikel geplaatst van een PhD-student, Ilja Boelaars. Volgens hem zijn verhalen over de te lage rekenrente -die voor de berekening van de pensioenverplichtingen en dekkingsgraad gebruikt wordt- onzin. Hij betwijfelt zelfs of "eminente universiteitshoogleraren en pensioenfondsbestuurders (..) dit écht niet snappen". En vervolgt: "Een pensioenfondsbestuurder die deze basiskennis (!) ontbeert, had immers al lang ontslagen moeten zijn of door DNB onbekwaan verklaard moeten worden. Mogelijk dat zij het dus wel begrijpen, maar bewust misbruik maken van de onwetendheid van het grote publiek. Dat zou hun gedrag er niet fraaier op maken."

Hij durft nogal.

Hoezo deze snoeiharde frontale aanval, waarbij bewust op de man wordt gespeeld ? Op het voetbalveld zou daar de rode kaart voor worden getrokken. Beseft hij dan niet dat de hand die naar een ander wijst met drie vingers wijst naar degene die zo'n oordeel durft uit te spreken ? Wetenschappelijk-objectief te rechtvaardigen, dit opiniestukje ? Nee, natuurlijk niet. Want:

(1) Als het waar is, dat resultaten uit het verleden niets zeggen over de toekomst, dan is ook zijn betoog niet meer te onderbouwen. De academische literatuur die de heer Boelaars als "bewijs" aanvoert is toch voorlopig nogal mager. Hij verwijst alleen naar "de Nobelprijswinnende artikelen van professor Robert Shiller". Maar zelfs zo'n bron geeft in de economie hooguit bruikbare theorie, nooit hard bewijs. Hoe overtuigend gebracht en plausibel op het eerste gezicht misschien ook. Want de wereld en mensen kunnen veranderen en doen dat ook.

(2) De reputatie van Robert Shiller als auteur van "Nobelprijswinnende artikelen" wordt misbruikt om mee te liften. Om te "bewijzen" dat de gekozen rekenrente goed genoeg is. Voor wie wat dieper graaft, valt juist (of ook) het tegendeel te "bewijzen". Zie bijvoorbeeld (!) Robert Shiller over beleggen in aandelen als de beste manier om (in de USA) vermogensgroei te realiseren. Link http://money.cnn.com/2014/12/04/investing/shiller-housing-wealth/

(3) Centrale vraag zou niet moeten zijn welke rekenrente de "juiste" is om de verwachte (!) waarde van de uitbetalingsverplichtingen over een lange periode, of de hoogte van de dekkingsgraad op een vrij willekeurig tijdstip (prikdatum) te berekenen. Centrale vraag zou moeten zijn of de beleggingsresultaten over bijvoorbeeld de afgelopen vijf of tien jaar goed genoeg waren om weer te indexeren en niet alleen meer te reserveren voor degenen die nu pensioen opbouwen. Er worden daarbij altijd inschattingen gemaakt, waarbij men vooral in Nederland gewend is (te) voorzichtig ("prudent") te zijn.

Er komen daarom veel vragen op. Wie is eigenlijk de heer Boelaars ? Meent hij echt wat hij schrijft en is hij wel correct weergegeven ? Waarom wordt dit artikel op deze plaats en juist nu gepubliceerd ?

Ilja Boelaars studeerde economie aan de Universiteit van Utrecht (BSc 2006) en de London School of Economics (MSc 2007). Is actief lid van de Jonge Democraten (D'66) en heeft in eerdere functies (junior universitair docent economie aan de Universiteit van Utrecht, gecertificeerd financieel risico consultant, persvoorlichter) al meer de pers gehaald *). Bij de Jonge Democraten zitten het pensioenvraagstuk en het drugsbeleid in zijn portefeuille. Lobbiet vooral voor zijn leeftijdgenoten. Ingeschreven aan de University of Chicago, waar hij hoopt te promoveren. Het zou interessant zijn te weten waar dat proefschrift in bewerking dan over gaat.

Waarschijnlijk wil Ilja Boelaars ook met dit artikel de belangen van zijn leeftijdgenoten verdedigen. Dat zou verklaren waarom hij zulk grof geschut inzet. Om de kans klein te houden dat een hogere rekenrente wordt ingevoerd, waardoor indexering weer mogelijk wordt. Want 1% hogere of lagere rente scheelt meer dan 10% in dekkingsgraad (ABP). De auteur is blijkbaar bang dat een hogere rekenrente nu de pensioenen van zijn leeftijdgenoten zal aantasten. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Reserveren is niet hetzelfde als uitkeren. Een opgebouwde pensioenreserve zal meestal niet tot volle uitkering komen zolang het fonds niet wordt geliquideerd. Er is een buffer ingebouwd die tegenvallende resultaten op sterfte en beleggingen zou moeten opvangen. Beseft hij dat wel ?

De reacties in de digitale FD op dit artikel liegen er niet om. Veel lezers vinden dat Boelaars maar terug moet naar de collegebanken om meer (betere) materiekennis op te doen. Maar mogelijk is dat oordeel fout.
Hij speelt misschien een macchiavellistisch spelletje met woorden en reputaties. Dat zou een wetenschapper in spe (promovendus) niet behoren te doen. Zijn betoog is los daarvan niet helder en hij komt voor de rekenrente tot een onjuiste conclusie. Dat zijn ernstige tekortkomingen. Tenminste voor iemand die nog hoopt te promoveren en onder meer bij een actuarieel bureau heeft gewerkt.

Het opiniestuk van Boelaars lijkt geschreven vanuit de angst dat als de één (gepensioneerde) nu wat meer pensioen ontvangt, de ander (werkende) later per definitie wat minder uitgekeerd krijgt. Want wat aan de reserve wordt onttrokken kan niet meer worden belegd en levert voor latere uitkeringen niets op. Zo gezien een verlies voor iemand die nog pensioen opbouwt. Maar zo simpel is het niet.
Want de werkende van nu heeft in de regel al een veel hoger salaris dan de werkende van een jaar of twintig geleden en bouwt daardoor meer pensioen op. De reserve van nu kan nog flink (hoogst waarschijnlijk meer dan genoeg) groeien. In principe krijgt iedere deelnemer een evenredig deel uitgekeerd. De met zijn of haar premies ingelegde gelden, opgerent met de voorgeschreven rekenrente (met misschien zo nu en dan een klein plusje via indexering). Die rekenrente is echt veel te laag als je dat objectiever bekijkt. Want beperkt tot staatsobligaties, waarvan de rente al jaren kunstmatig laag gehouden en nog verder omlaag gedrukt wordt door de ECB. De pensioenfondsen beleggen breder en kunnen daardoor een veel beter gemiddeld beleggingsresultaat halen. Het beleggingsrisico wordt na de "hervorming" van het pensioenstelsel op de deelnemers afgewenteld. De hoogte van de toekomstige uitkeringen wordt niet meer gegarandeerd. Zelfs niet in de vorm van een bepaald minimum rendement op de betaalde premies.

Tenslotte worden door Boelaars de hoofdvragen ontweken: (1) Wat gebeurt er met het verschil tussen het langjarig behaald beleggingsresultaat en de nu absurd lage voorgeschreven rekenrente ? **) (2) Op basis van welke verdeelsleutel krijgt ieder die gepensioneerd is of nog rechten opbouwt daar een portie van ?

Het voorgeschreven rekensysteem voor de pensioenverplichtingen rammelt aan alle kanten. Voorlopig wordt alleen meer opgepot, omdat er een tekort aan opgebouwd pensioenvermogen zou zijn.

Zou de heer Boelaars in zijn voor een echt open dialoog ? Als hij zich daarop wil voorbereiden kan ik hem het lezen van een artikel op het economenforum Mejudice aanbevelen. Over de lage (reken)rente als de waarschijnlijk voornaamste oorzaak van de financiële crisis. Link: http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/ware-oorzaak-van-de-crisis-in-de-vs-en-europa-is-de-lage-rente

Op 17 februari publiceerde het FD twee dieper overdachte bijdragen over de rekenrente (pag. 10). Daarnaast ook een artikel dat zijdelings interessant is, als het gaat om verwachtingen over toekomstige rente-ontwikkelingen. Dat laatste artikel (van een kredietbeoordelaar bij Standard & Poor, op pag. 1 en 7) ontspoort alleen weer erg. Met name omdat het regeringen op het hart drukt om te blijven "hervormen" en ook nog eens aankomt met het spook van de "schuldenval". Die opvattingen zijn veel te ongenuanceerd en wat betreft de te verwachten effecten wetenschappelijk (nog) onvoldoende onderbouwd. Voorlopig zijn het vooral neoliberalen met oogkleppen op en oordopjes in die zo simplistisch denken. Laten zij hun demagogische talenten alsjeblieft eens ergens anders botvieren. Liefst in een onschuldige debatingclub.
Op 18 februari nog een bijdrage van hoogleraar Sweder van Wijnbergen (pag. 11). Dat zit ook op een verkeerd spoor. Weer overgaan tot indexeren is geen (ongedekte) greep uit de kas ten koste van jongeren. Zie boven. Zwak punt van dit betoog is ook, dat de koersen van effecten nu een reële marktwaarde inclusief werkelijk risico zouden reflecteren.
Vandaag (26 februari) in FD nog weer een goed doordachte bijdrage over de rekenrente (pag. 11). Van de hoogleraren Bovenberg en Nijman. Met misschien maar één schoonheidsfoutje. Ook hier weer de n.m.m. veel te strakke gedachte dat als één jaargroep wat meer pensioen uitgekeerd krijgt, de andere jaargroep vanzelf (evenveel ?) tekort wordt gedaan.
__
*)  Ook op woensdag 4 februari nog in het FD in een artikel met twee co-auteurs:
Ilja Boelaars (Jonge Democraten), Bart van  Bruggen (Jonge Socialisten), Paul le Doux (JOVD), "Houd persoonlijke pensioenrekening wel simpel".
Dit artikel (met een veel gematigder toon) was een reactie op een eind januari door de SER uitgebracht conceptadvies. Daarin werden door de SER vier (!) scenario's voor een nieuw pensioenstelsel beschreven.
**) Er zit nu bijvoorbeeld bij het ABP meer dan 4% marge tussen het over de laatste 10 jaar behaald rendement op beleggingen (boven de 7%) en de verplicht te gebruiken rekenrente (onder de 3% over de hele beleggingshorizon van 60 jaar).