woensdag 12 november 2014

Europese droom

De Europese droom, die van een vernieuwend (!) verenigd Europa, als goede plek om te leven voor ons en onze kinderen, lijkt vervlogen. Lijkt, want kansen om die droom tot werkelijkheid te maken zijn er nog genoeg. Bijvoorbeeld Itai Agur ("Voorbij de heilige huisjes van de Nederlandse economie") en Jeremy Rifkin ("De derde Industriële Revolutie") laten dat wel zien. Het gaat erom dat we nu de kansen pakken. Niet langer talmen en dus maar doorzwalken op de oude koers.

Het basisrecept is vrij simpel. (1) Vernieuw de financiële sector. (2) Bevorder de transitie van industriële naar dienstenmaatschappij. (3) Investeer volop in groeikracht die er is.
Ondertussen zou moeten worden gebouwd aan een echte Europese Unie. De muntunie kwam eigenlijk te snel en elke lidstaat (behalve Groot Brittannië) leverde (ondoordacht ?) met de eigen munt een belangrijk economisch-politiek instrument in: dat van het monetaire beleid. We zijn blijven hangen in een niemandsland. Een gedeeltelijke unie, met een gekortwiekte centrale bank, de ECB. Geen enkele lidstaat is nu al bereid meer eigen soevereiniteit over te dragen aan "Europa". Want er is onvoldoende democratische controle en aan het "wij"-gevoel ontbreekt veel. We hebben eigenlijk alleen de vlag. Waar die voor staat weet bijna niemand *).
Aan die laatste punten zal moeten worden gewerkt. Terug naar het versplinterd Europa van vroeger is immers geen optie. De uitdaging is dan om meer te laten zien waar de toegevoegde waarde van een europese statenbond ligt voor elk van de lidstaten en, zoveel mogelijk, ook voor iedere burger.

Niets komt zonder gerichte aandacht en inspanning van de grond. Met name de financiële sector voert een sterke tegenlobby en trapt hard op de rem om de noodzakelijke veranderingen tegen te houden. Het is daarom de taak van de overheid (Europees en nationaal) om in te grijpen, richting aan te geven, en grenzen te stellen. Meer dan het versterken van de buffers en het terugdraaien van de kredietrisico's bij bepaalde groepen bankklanten. Dat zijn begrijpelijke angstreacties, maar ze blokkeren door de eenzijdigheid ons economisch herstel. Er zijn betere en in elk geval evenwichtiger alternatieven. Itai Agur doet daarvoor suggesties die concreet en praktisch genoeg zijn om het te verdienen meegenomen te worden in nieuw beleid.

Over de vernieuwing van de financiële sector zegt Agur in de eerste plaats dat er nieuw monetair beleid en verscherpt toezicht vanuit Europa nodig is. Bank- en staatsschulden zouden voortaan afgedekt moeten kunnen worden door uitgifte van Eurobonds (of het aangaan van andere schulden) door de ECB. Een wat hogere inflatie dan nu (tot 2% per jaar) zou naar zijn mening het economisch herstel kunnen aanslingeren. De invoering van een verplichte inbreng van 20% - 50% eigen geld bij aankoop van een eigen huis kan de rust op de huizenmarkt herstellen en lucht uit deze zeepbel halen. De hypotheekrenteaftrek zou afgeschaft moeten worden. Net als elke andere fiscale aftrekmogelijkheid van rente. Want daarmee wordt het aangaan van (eventueel te hoge) schulden bevorderd. Agur stelt daar tegenover voor het eigen opgebouwd pensioen te mogen gebruiken als inbreng bij het aangaan van een hypotheek. Het zou daarbij kunnen helpen dit (toekomstig) eigen vermogen per inlegger zichtbaar en verhandelbaar te maken in de vorm van schuldpapier van de fondsen aan de pensioengerechtigde. Agur bepleit tenslotte het afschaffen van het eigen risico op ziektekostenverzekeringen omdat dit, zodra het eigen risico opgebruikt is, overmatig gebruik van de gezondheidszorg zou stimuleren. In plaats daarvan stelt hij voor om een vast percentage van elke nota als eigen bijdrage te heffen, beperkt tot een plafondbedrag [bijvoorbeeld tussen € 100 en € 1.000, gerelateerd aan het eigen inkomen, zodat de sterkste schouders voortaan echt de zwaarste lasten dragen; mijn toevoeging].

Om de werkloosheid ver genoeg terug te dringen is een snelle overgang van industriële naar dienstenmaatschappij van belang. Met extra aandacht voor onderwijs en zorg.
Goed onderwijs legt de basis voor een vervuld leven, waarin de eigen talenten optimaal benut (kunnen) worden. Agur stelt zelfs, dat de cruciale periode die van een voorschool is, tussen 0 en 5 jaar. Dan worden, zoals hij het ziet, creativiteit en flexibiliteit spelend "aangeleerd". Veel minder door de latere schoolse training tot handelbare burger die routineklussen goed aan kan maar ook weer niet te moeilijk doet over de noodzaak om mee te gaan met maatschappelijke veranderingen. Zo rond de 15 jaar zou het karakter gevormd zijn en de bedrading gelegd die grotendeels bepaalt hoe flexibel je later nog bent. Persoonlijk vind ik dat een nogal eenzijdige visie, want leven is leren. En ook jongeren kunnen heel irritant inflexibel zijn.
Goede zorg is voorwaarde voor een menswaardig bestaan. Ieder mens verdient tot het laatst te mogen genieten van alles wat voor hem of haar kleur en betekenis geeft aan het eigen bestaan. Niet om behandeld te worden als een kostenpost en last voor anderen. De economische bril legt ons een tunnelvisie op. Laten we het daarom maar eens zonder bril doen. Met geloof dat de kosten beheersbaar blijven als we gestimuleerd worden om meer voor elkaar over te hebben. Meer te delen. Alleen dan hebben wij nog toekomst.

Het derde punt, het benutten van groeikracht die er is, gaat over de vormgeving aan een vernieuw(en)d Europa. Vooral daar ligt onze toekomst.
Van groot belang is dat er in het Europees beleid meer ruimte komt om regionale plussen (sterkten) optimaal te benutten. Dat vraagt op zijn minst de mogelijkheid tot nuancering van de 3%-norm per lidstaat. Op het ogenblik kappen we daarmee de groeikracht, die juist in de toppen zit, af tot een relatief laag gemiddelde voor heel Europa. We zouden onze regionale diversiteit meer kunnen koesteren en uitbuiten.
We zouden vooral veel meer moeten inzetten op de transitie naar een koolstofarme economie, zoals onder meer Jeremy Rifkin bepleit. Dan is het wel nodig onze ruimtelijke planning grondig te herzien. Waar en hoe willen we in de toekomst leven ? Gaan we terug naar zoiets als familiegemeenschappen of buurten ? Wat stelt de (bestuurlijke) wens tot grotere zelfvoorziening en meer zelfzorg aan eisen aan woning en omgeving ? Het lijkt alsof daarover nog nauwelijks is nagedacht. Als dat werkelijk zo is, mogen we dat niet langer voor ons uit schuiven. Onze toekomst wordt nu gemaakt.


*) De vlag heeft een mooie symboliek. De 12 in een cirkel geplaatste gouden sterren staan voor de idealen van Europese eenheid, solidariteit, en harmonie. Het aantal sterren heeft geen bijzondere betekenis.