zaterdag 15 november 2014

Euro-visie

Europa koerst nu op een veel te vaag en weinig ambitieus plan. Met enkele puur kwantitatieve doelen die niet genoeg richting, structuur, en vorm geven aan onze toekomst. Europa toont zich hierin een technocratische papieren tijger. Een heldere visie op hoe Europa er tussen nu en dertig jaar later uit zou kunnen zien ontbreekt. Of klinkt in elk geval niet genoeg door. Zo kan een beleidsplan nooit tot goede resultaten leiden. Er zal eerst breed draagvlak voor de visie, doelen, wegen, en ingezette middelen (niet alleen van geld) moeten zijn onder het volk.
De ongetwijfeld enthousiaste betogen die Jeremy Rifkin gehouden heeft zijn in "Europa 2020" niet meer terug te vinden. De vraag is trouwens, of het recept van Rifkin wel praktisch genoeg is. Als de Europese doelstellingen een te mager en te technocratisch aftreksel zijn, zijn die van Rifkin extreem aan de andere kant. Visionair, maar nog altijd teveel in éénzelfde lijn. Veranderingen vinden typisch in focusgebieden plaats. In eigen vorm en eigen tempo. Daarvoor zouden we eens kunnen inzoomen op de kaart. Waar leggen we dan de accenten ? Die zijn er nu niet.
Europa verdient een visie met meer ruimte voor verschil, meer durf. Wie de Europese beleidsstukken nu leest *) loopt grote kans zwaar depressief te worden of de neiging te krijgen maar te emigreren. Dat zou toch anders kunnen.

De Europese doelstellingen zijn duidelijk resultaat van moeizaam overleg. Geen vlees, geen vis. Er wordt daarmee op de verkeerde parameters "gestuurd". "Gestuurd", want nu al zijn er signalen dat Nederland de milieu-doelstelling niet gaat halen. En hoe realistisch zijn bijvoorbeeld de doelstellingen dat in ons land 80% van de bevolking tussen 20 en 64 (!) jaar werk heeft [in 2020] en dat er dan 100.000 minder (!) mensen in armoede zullen leven ?
Absurd is, afgezet tegen veel belangrijker vragen over onze toekomst, dat de prestaties van een lidstaat nu vooral afgemeten worden aan het binnen de grenzen brengen van een (structureel) begrotingstekort. Verder aan andere, overwegend puur financiële, parameters. Voor Nederland aan het doorwerken na 65 jaar, versterken van bankbuffers, terugdringen van de gemiddelde schuld van onze huishoudens, geleidelijk afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, ombouw van ons pensioenstelsel. We ontwijken daarmee de werkelijk belangrijke vragen. Eerst: Hoe willen we dat Europa er de volgende generatie uitziet ? Dan: Liggen we op koers in de transitie naar dat Europa ?

Laten we eens zien, waar wat hardop denken ons brengt.
Rifkin heeft ongetwijfeld gelijk met de kern van zijn verhaal. We zijn op weg naar samenlevingen waarin huizen en andere gebouwen energieknooppunten worden. Waarin schone energie wordt geproduceerd en het teveel teruggeleverd aan het net voor gebruik op andere punten, of opgeslagen voor eigen later piekgebruik. Decentrale productie, participerend leiderschap, meer delen, zijn de trefwoorden voor onze nieuwe wereld. Niet alleen voor Europa.

Europa zou veel overtuigender de kop moeten nemen bij de transitie naar een koolstofarme economie. Dat betekent niet, dat elke lidstaat of regio dan dezelfde weg in hetzelfde tempo hoeft te lopen. Veranderingsprocessen komen niet overal tegelijk van de grond en verlopen niet lineair. Groot Brittannië stond niet in een paar jaar vol fabrieken met stoommachines. En niet alle spoorlijnen zijn meteen aangelegd. België volgde wel vrij vlug, Nederland kwam (mede daardoor) ergens achteraan. In "Europa 2020" werd weinig diversiteit ingepland. Dat is niet realistisch. Want er zijn juist kweekvijvers (focusgebieden) nodig. Die kunnen voor grotere regio's als proeftuin en trekker fungeren. Tegelijk concreet, zichtbaar en tastbaar, maken welke vorm onze toekomst kan krijgen. Kijkobjecten, net als de eerste "luxe" auto in een straat van mensen met een vrij gemiddeld inkomen ruim een halve eeuw geleden.

Nederland (en elke andere lidstaat) zou een verzameling focusgebieden kunnen zijn. In ons geval speciaal voor nieuwe technieken op het gebied van

* schone energie
* transport en logistiek
* nieuwe woonvormen met passende financieringsmogelijkheden

Het laatste in het bijzonder voor starters op de woningmarkt en 65-plussers. Het ontbreekt daar nog aan voldoende inzet en verbeeldingskracht. Met goed onderwijs alleen jagen we de economie op korte termijn niet aan. Zeker niet als we tegelijk hard op de budgetrem trappen.
Belangrijker nog is dat we komen waar we wezen willen. Een Europa dat straks nog leefbaar is en divers genoeg om ieder niet alleen inkomen, voedsel, en kleding, maar ook een prettige woonomgeving te geven. Nu wordt te veel voor de hogere inkomens gebouwd (daar waar winst zit). Voor starters en ouderen zijn er te weinig woningen betaalbaar en op maat.

Meer thuiswerken, autodelen, elektronische beïnvloeding, en het reserveren van de rechterrijstrook voor vrachtverkeer, kunnen het vollopen van de wegen in ons land voorkomen. Nog weer een rijstrook erbij is geen duurzame oplossing. Evenmin als het nog veel te halfslachtig bouwen van wat windmolenparken en het upgraden van de huizenmassa met glasvezelaansluiting, betere isolatie, een nieuwe gasketel, en zonnepanelen. Er zijn sterkere impulsen en meer samenhangend beleid nodig om ons land leefbaar te houden. Er zullen energieneutrale kleinschalige woonwijken (buurten) moeten komen met genoeg groen in een gevarieerde omgeving. Met genoeg veilige speelgelegenheid voor opgroeiende kinderen. Wijken met speelse aanleg en woningen van verschillende maat en stijl door elkaar. Flexibel, geschikt (te maken) voor starters, jonge gezinnen, èn ouderen. Pas als we jong en oud weer samenbrengen in de wijken en daar alle dagelijks benodigde voorzieningen (van werk en winkelen, onderwijs, sport, recreatie, en zorg) in clusteren, bouwen we echt duurzaam. Het concept van aanleunwoningen was zo slecht nog niet. Het verzorgingstehuis als stapelflat wel. Dat kan anders en beter, met meer en kleinere steunpunten in de wijk. Juist die worden nu, waarschijnlijk vooral uit plattelandsgebieden, wegbezuinigd. Werken met landelijke doelcijfers verhult dat. Er is op kritieke punten tegenstuur van bovengemeentelijk niveau nodig. Het is te gemakkelijk dat aan het particulier initiatief of aan de markt over te laten.

Als de EU voor de komende jaren het budgetbeleid versoepelt, kan er genoeg geld vrij worden gemaakt voor ruimtelijke vernieuwing en behoud van voorzieningen. Dan kan echt worden geïnvesteerd in onze toekomst. Dan komen we waar we wezen willen met de volgende generatie.


*) Voor wie zich hieraan durft te wagen: Link http://ec.europa.eu/europe2020/targets/eu-targets/index_nl.htm