dinsdag 3 december 2013

Europa

De eenwording van Europa is een goede zaak. Als het maar niet te letterlijk wordt genomen. We moeten daarbij af van de gedachte dat we overal en altijd gelijke kansen behoren te hebben. Een "level playingfield" met strakke Europese regelgeving met weinig landelijke en zeker geen regionale verschillen. Daarmee worden nieuwe ontwikkelingen verstikt. Ook worden de motoren voor groei die er nog zijn zo ontmanteld. Tegendraads beleid dus.
Onder neoliberale vlag werden voor alles en nog wat regels opgelegd. (Neo)liberaal beleid is gebaseerd op een grote misvatting. Er bestaat niet zoiets als "vrije marktwerking". Volledig vrije mededinging was een theoretisch model. Een gedachtenexperiment. Iets dat niet kan en dus nooit zal werken.

In Bretagne demonstreren de boeren daarom terecht tegen nog weer hogere transportkosten naar hun voornaamste markt (Parijs). Hogere accijns werd hier opgelegd om het huishoudboekje van Frankrijk maar op orde te krijgen. Waar doet dat ook al weer aan denken ?

Van geschiedenis kun je heel goed leren. Wat er mis ging is, dat veel werkgelegenheid naar buiten Europa werd verplaatst. Naar de lage lonen landen. Lage lonen leken noodzakelijk om meer winst te kunnen maken. Om kostenvoordeel te behalen (bij meer omzet ook meer winst, desnoods bij een kleinere winstmarge) werd het midden- en kleinbedrijf de nek omgedraaid. Hiermee werden hele bedrijfstakken die veel werk en welvaart gaven wegbezuinigd. Schaalvoordelen bleken daarna lang niet altijd te realiseren.

Zijn er nog nieuwe trekkers te vinden voor onze Europese economie ? Vast wel. Voor Nederland was handel en transport altijd al belangrijk, exportindustrie. Maar het is hoog tijd om hier ook in vernieuwing te investeren.
Ambacht en kleinschalige winkels verdwenen nagenoeg. Webwinkels halen omzet weg, maar zijn toch niet helemaal de toekomst.

Volgens Schumpeter was de kern van het ondernemerschap het "durchführen neuer Kombinationen". Vrij vertaald: het bedenken (of tenminste zien) en daarna invoeren van nieuwe mogelijkheden. Maar dan niet meer met een onevenredig hoge beloning voor top en aandeelhouders. Ook met een eerlijk deel van de winst voor andere "investeerders" (werknemers, klanten, maatschappelijke omgeving).
Het is te simpel om hierbij alleen aan kostenbesparende technieken te denken. Of aan het vergroten van de afzet bij bestaande afnemers. Het kan ook gaan om het op de markt brengen van nieuwe produkten, en/of het aanboren van nieuwe markten (afnemers). Het accent heeft al tientallen jaren te lang op arbeidsbesparing gelegen.

Veel "ondernemers" maken een ernstige fout als ze zich met hand en tand verzetten tegen elke vernieuwing, die in hun visie eigen omzet en winst bedreigt. Dat is waarschijnlijk de voornaamste reden dat we nog altijd zo zwaar leunen op gas, olie, en zelfs kolen. Dat terwijl wind- en zonne-energie, zelfs aardwarmte en waterkrachtcentrales, prima alternatieven zijn. Alleen te duur als de kostencalculatie niet volledig is. Als bij de oude energiebronnen geen kosten van vervuiling en CO2 uitstoot, misschien zelfs van korter leven doordat fijnstof kanker veroorzaakt, worden meegerekend.

Noodzakelijke vernieuwingen worden tegengehouden door lobbyclubs van oude industrieën. Verder door verkeerd rekenen. Tenslotte nog door te strakke en uniforme regels. Schulz lijkt (vanwege zijn visie) daarom een betere kandidaat dan Verhofstadt.