vrijdag 7 maart 2014

Levensdoel

Mijn levendoel is het om deze wereld een stukje beter achter te laten. Dat is, ook volgens Carel ter Linden (in zijn boekje "Wat doe ik hier in Godsnaam", zoals ik het tenminste las), het levensdoel van elk mens. "Maar" (zoals Ter Linden schrijft op pag. 154) "de weg daarheen is weerbarstig en een strijdtoneel van verschillende vaak tegenstrijdige belangen."

In de kern gaat het in dit leven, in ieders leven, (zegt Ter Linden) om het herscheppen van deze wereld. Een wereld die in het begin vol kwaad was. Woest en leeg. Duisternis (kwaad) heerste. Dat veranderde (volgens het bijbelboek Genesis) met de schepping. Eerst werd licht in deze wereld gebracht. Daarna kwam er scheiding. Tussen licht en donker, tussen land en water. Toen kwamen de planten, daarna de dieren, tenslotte de mens. De mens maakte zich de kennis van "goed" en "kwaad" eigen. Hij waande zich, met elk stukje nieuwe kennis, een beetje meer god.
Dat de mens zo laat op de wereld kwam zou ons (naar mijn mening) wat bescheidener moeten maken. Ook over de prestaties van de wetenschap. Wetenschap die geloof vervangt en verdrijft. Daarmee lieten we het paradijs achter ons.

Ter Linden geeft aan, dat de schepping nog altijd doorgaat. De uitkomst staat vast. Eens zal het licht winnen van het donker, liefde van kwaad. Dan zal het lam naast de leeuw liggen. Het paradijs weer op aarde gekomen zijn.
Dat is (zoals Ter Linden laat zien) beslist geen illusie of utopie. Want veel zaken die we nu heel gewoon vinden waren eerst alleen maar visioen. Hij schrijft daarom (pag. 156): "Ooit is er heftig om gestreden, en werden de pioniers uitgelachen. 'Niet realistisch' zeiden de tegenstanders dan. Maar het visioen is niet onrealistisch, het is integendeel gegrond op verworven inzicht." Ook zegt hij (pag. 156, 157): "'Waar het visioen ontbreekt,' is een regel uit het bijbelse Spreukenboek, 'verwildert het volk'. Dan wordt het volk een teugelloos paard, het weet niet meer waar het heen moet (..)".

Dat laatste is nu onze realiteit. We weten niet meer waar het naar toe moet met ons, met onze wereld.
Bijna al onze volksvertegenwoordigers, zelfs de leden van dit kabinet, zien het evenmin. Ze werken in elk geval niet aan een betere toekomst voor ons. Ze breken wat goed was in onze wereld juist af. Door zich blind te staren op een paar cijfertjes. Cijfertjes die nu trouwens ineens een stuk rooskleuriger blijken, omdat we ze anders mogen uitrekenen. Het is van de gekke. Nog vreemder is, dat bijna niemand dat nog (h)erkent.

Of, vreemd ? Toch wel begrijpelijk. Want twijfels en angsten zitten ons in de genen. Verder hebben we verkeerde dingen geleerd. Niet alleen op school (want onze kennis is beperkt, tijdgebonden, nog volop in ontwikkeling). Ook van onze voorbeelden, en in het eigen leven door pijnlijke ervaringen. Die vertekeningen moeten we eerst kwijt, voordat we zuiver kunnen zien. Dat is voor mij de kern van elk geloof. Van elke spirituele leerweg.