dinsdag 24 februari 2015

Vertrouwen

Deze crisis draait in wezen om vertrouwen durven en willen geven in ongelijke machtsverhoudingen. Vooral van het publiek aan bankiers, politici, andere bestuurders. Maar eigenlijk van (bijna ?) elke groep aan een andere. Van Europeanen aan niet-Europeanen, autochtonen aan allochtonen, gelovigen aan niet-gelovigen, neoliberalen aan conservatieven, etc. Zelfs nog los van elke groep van de één aan de ander, en dan wel twee kanten op.

Vertrouwen moet verdiend en geborgd worden. Daarin hebben Schäuble, de Eurogroep, IMF, ECB, en veel anderen die vonden dat Griekenland eerst de oude afspraken maar eens diende na te komen, een beetje gelijk. Want al te goed is buurmans gek.
Het is alleen erg tegenstrijdig, dat de Eurogroep -met EC, IMF, en ECB, (de trojka)- zulke zware eisen stelde aan de landen die geld vroegen om uit de crisis te komen. Want krediet (en misschien eigenlijk wel het hele leven) draait om onderling vertrouwen. De kredietvrager moet erop kunnen vertrouwen dat de bank niet bij het eerste zuchtje tegenwind het krediet zal opzeggen. De bank moet erop kunnen vertrouwen dat de kredietvrager binnen de grenzen van het dan mogelijke alle aangegane verplichtingen (stipt) zal nakomen.

In de laatste zin staat stipt tussen haakjes. Want er kunnen omstandigheden zijn waardoor het wijs is uitstel van betaling te geven of de druk van rente en aflossing op andere wijze (tijdelijk) te verminderen. Het is verstandiger om een klant door een moeilijke tijd heen te helpen dan om hem gillend in de armen van een concurrent te drijven omdat een keihard "afspraak is afspraak" beleid wordt gevoerd. Geld, cijfers, een contract, eigen belang en soortgelijke zaken, mogen nooit belangrijker zijn dan mensen en hun tot dan toe goede onderlinge relaties.

Wantrouwen is als woekerend onkruid. Het verstikt een deel van de haalbare oogst en geeft mooie bloemen minder kans om te bloeien. Voor wie er oog voor heeft zijn er zelfs aan de kant van de weg nog prachtige bloemen te zien. Kijk maar.


Vertrouwen, aan de andere kant, verdwijnt sneller dan het verkregen wordt of terugkomt. Dat weet iedereen wel uit eigen ervaring. Vandaar het gezegde: "Vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard".

Het is daarom goed, dat de nieuwe Griekse regering de kans kreeg om aan te geven hoe zij nu denkt de ontvangen leningen met rente te kunnen terugbetalen. Als daar een overbruggingskrediet voor nodig is, zij dat maar zo. Geef de nieuwe Griekse regering (als vol vertrouwen nog een brug te ver is) tenminste het voordeel van de twijfel. Laat de Griekse kwestie maar een proeftuin zijn om te zien of we elkaar wat meer vertrouwen kunnen (leren) geven. Het wordt hoog tijd om onze pijn uit het verleden en het daarin geworteld wantrouwen maar te vergeven en te vergeten. Als het nu (na zestig jaar Eurocrisis en al bijna zeven jaar financiële crisis) niet lukt, lukt het nooit. Dus aarzel niet, maar ga er voor, voluit.

donderdag 19 februari 2015

Hervormingen

De Eurogroep (Schäuble, Dijsselbloem, en de andere ministers van financiën) schijnen niet te beseffen dat wat goed is voor de één lang niet altijd goed is voor de ander. Verder blijven ze veel te vaag over welke "hervormingen" voor iedereen dan wel goed zouden zijn. Daarin staan ze niet alleen. Helaas, want dat helpt ons niet om uit de crisis te komen. Het verergert de crisis nog. Want een star vasthouden aan oude neoliberale standpunten lokt harde confrontaties uit. Tussen elite en volk en tussen europese landen onderling. Een Grexit dreigt. Wie of wat volgt ?

In het Groei- en Stabiliteitspact werd onder meer de beruchte 3% norm voor het begrotingstekort vastgelegd. IMF en  ECB stellen daarnaast zware aanvullende eisen bij kredietverlening. Kredietvragers werden en worden verplicht bepaalde "hervormingen" door te voeren. 
Bij de lopende onderhandelingen over een nieuwe regeling met Griekenland gaf Schäuble geen centimeter ruimte om van de regels af te wijken. Want "afspraak (?) is afspraak" en "vertrouwen wordt pas gegeven als blijkt dat iets of iemand (een land, een nieuwe regering) te vertrouwen is (!)". De nieuwe Griekse regering kreeg daarom het mes op de keel. Een vreemde stijl van onderhandelen naar bevriende landen. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.

Het "afspraak is afspraak" van Schäuble is -terugkijkend- hoogst merkwaardig. Want toen Duitsland in 2003 in een recessie raakte, overtrad de Bondsrepubliek welbewust zelf het Stabiliteitspact en trok zich even niets van de 3% norm aan. Pas toen Duitsland uit de gevarenzone was werden boetes op overtredingen gezet.
De starre houding van Dijsselbloem is mogelijk te verklaren uit het feit dat Nederland het braafste jongetje van de klas wilde zijn en door harde bezuinigingen het tekort wel binnen de 3% bracht.
Het strikt handhaven van de 3% norm werkt (naar de mening van topeconomen nu) contraproductief. Het houdt Europa onnodig lang in een recessie. Logisch, want het is dweilen met de kraan open. Toch wordt dit falend beleid nog altijd hardnekkig verdedigd. Met warrige propagandataal. zelfs (welbewust ?) met halve en hele onwaarheden.

Het europees jargon is stuitend. Vaak (net als de "newspeak" uit het boekje "1984" van George Orwell) verhullende propagandataal. Vol technocratisch steno, en zelfs met omkeringen. Het Groei en Stabiliteitspact blijkt bijvoorbeeld (zoals dat nu uitgevoerd wordt) geen groei en stabiliteit op te leveren. Integendeel. Zelfs niet alleen puur monetair, laat staan financieel-economisch. Misschien oppervlakkig wel, maar daaronder gist en rommelt het.

Monetair verdween met de komst van de Euro de mogelijkheid van wisselkoersaanpassing voor bijna alle europese landen. Ook werd het rentewapen van IMF en ECB bot. Dus werden de belastingen keer op keer verhoogd, maar ook zwaar bezuinigd op bepaalde publieke voorzieningen en bijna alle private inkomens (uitkeringen, lonen, pensioenen). Dat bracht de economie in een kwakkelmodus, met hoge structurele werkloosheid en dus vaak langdurige armoede voor de getroffenen. In vergeefse "pogingen de economie te stimuleren" werd de basisrente tot in het absurde verlaagd. De rente op prima (?) staatsleningen is negatief, een nieuw verschijnsel. En straks moeten we banken gaan betalen om daar geld te mogen (!) brengen.

Hervormingen zijn zeker wel nodig. Maar welke, waarom, en waar ?
Om de Europese Unie nog een goede kans te geven zou de EC zich als topbestuurslaag het best kunnen beperken tot "management by exception". Met weer meer ruimte voor landelijke autonomie. Dus met minder europese regelgeving en ingrijpen over de hoofden van landelijke regeringen heen. Dat maakt drastisch inkrimpen van bestuurlijk apparaat en bureaucratie mogelijk. Want er blijven hooguit vijf europese portefeuilles over: algemene zaken, muntunie, bankwezen, handelsovereenkomsten, veiligheid.

De keuze voor dit model met een beperkt takenpakket wordt ingegeven door de overweging dat een allesomvattend en alles regelend Europa voor elke lidstaat meer nadelen dan voordelen heeft. De EU zou zich daarom voorlopig beter kunnen beperken tot activiteiten met hoog verwacht nut van samen doen ten opzichte van een zelfstandig optreden per lidstaat.

Het Verenigd Koninkrijk behield n.m.m. terecht de eigen munt en genoeg beleidsvrijheid, ook op ander gebied. Het wordt zo minder gehinderd door Europese stokpaardjes die groei en vernieuwing belemmeren.
Dat zouden de andere lidstaten eigenlijk evengoed moeten beseffen. Frankrijk en Duitsland zijn ook groot genoeg voor weer een eigen munt en meer beleidsvrijheid. De andere landen zouden het best een coalitie kunnen vormen met één of meer partners met min of meer gelijk(e) cultuur, problematiek, en potentieel. Europa zou zo een federatie worden met veel meer groeikracht en incasseringsvermogen dan de alleen op papier slagvaardige unie van smakeloze eenheidsworst die het nu lijkt te willen zijn.

Voornaamste conclusie uit deze voortwoekerende crisis is voor een Verenigd Europa daarom, dat het haar grootste ambitie voorlopig maar los moet laten. Die om een superstaat van wereldformaat te willen worden die uiteindelijk alle taken van de lidstaten naar zich toetrekt. Op afzienbare termijn zijn de verschillen tussen de lidstaten daarvoor nog te groot. Pas als dat erkend wordt zullen de interne spanningen verdwijnen. Daarmee ook die met andere landen buiten de Europese Unie in wording.

Als eerste uitwerking voor een Europa in die beter passende rol zijn de volgende vijf punten mee te geven.

1. Ga wat soepeler om met de tekortnorm van 3%, geef de tekortlanden wat ruimte achter de komma. Een te zwaar accent op het terugdringen van tekorten en schulden verlengt de crisis onnodig.
2. Doe met de muntunie even een paar stapjes terug. Geef met name Duitsland en Frankrijk de eigen munt terug, zodat zij zo nodig weer eigen monetair beleid kunnen voeren en niet alleen de optie van bezuinigen overhouden als de economie wat tegenzit. Geef de andere landen vrije keuze om zich bij één van de twee groten aan te sluiten (tot een D+ en F+) of bij een restgroep van kleinere landen (R+) zoals bij de vroegere EKSG resp. Benelux. We kunnen niet terug naar voor elke lidstaat weer een eigen munt. Want dan gaan bepaalde voordelen van de Unie verloren: het elimineren van valutarisico, wisselkosten, en papierwerk aan de grens, voor de handel tussen lidstaten (zie punt 4.)
3. De belangrijkste hervorming, die van het bankwezen, ligt niet op schema. De crisis begon met de rommelhypotheken die ten onrechte de rating van veilige beleggingen kregen. Als gevolg daarvan moesten wij banken gaan "redden". Sta dus voortaan alleen investeringsbanken toe om voor eigen rekening te handelen en in effecten en vreemde valuta eigen posities in te nemen. Staak ook de op wankele theorie gebaseerde interventies door de ECB om de rente nog verder omlaag te krijgen. Lage rente (zeker een negatieve) jaagt onze economie echt niet aan. Laat daarom herstel naar een normale rentestructuur toe. Met een reële vergoeding voor aan de bank toevertrouwde gelden (creditrente iets boven inflatiepeil) gaat sparen weer lonen. Mogelijk worden de financiële markten dan ook weer wat stabieler.
4. De EU heeft zich vooral op het gebied van de internationale handel bewezen. Bundeling van krachten helpt om buitenlandse markten te openen, en ook betere handelsvoorwaarden te bedingen. Verder zijn er dezelfde voordelen als voor de interne markt. Het valutarisico is uitgeschakeld. Er hoeft ook geen geld meer te worden gewisseld of papierwerk gedaan aan elke interne grens.
Aan de andere kant heerst er nog (te) veel onderling wantrouwen en interne verdeeldheid. Dat is fnuikend. De EU heeft daarom misschien nog wel de meeste toegevoegde waarde als proeftuin om meer onderling vertrouwen te kweken. Vertrouwen groeit uiterst langzaam, we werken er  nu al bijna zestig jaar aan. Dat feit vraagt om een wat selectiever toelatingsbeleid van nieuwe leden. We zouden ons ook de tijd moeten gunnen voor consolidatie binnen de groep van eerste deelnemers.
5. Om ons leven en onze leefstijl te beschermen tegen dreigingen van buitenaf is een krachtig maar flexibel veiligheidsapparaat nodig. Samenwerking loont vooral ook hier. Zo kunnen we een goed uitgeruste snelle interventiemacht permanent klaar hebben staan die elke voorzienbare opdracht met succes kan uitvoeren.
Terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit zijn alleen effectief te bestrijden als daar brede internationale steun voor is. Zeker als mensen en materieel worden gevraagd voor een humanitaire missie of een andere interventie buiten de EU. Het zou goed zijn hierbij ook de wereldmachten Rusland en China te betrekken en in het algemeen de kring van partners zo ruim mogelijk te maken.

vrijdag 13 februari 2015

Onzinverhalen ? (Update 26 februari 2015)

Het FD heeft een artikel geplaatst van een PhD-student, Ilja Boelaars. Volgens hem zijn verhalen over de te lage rekenrente -die voor de berekening van de pensioenverplichtingen en dekkingsgraad gebruikt wordt- onzin. Hij betwijfelt zelfs of "eminente universiteitshoogleraren en pensioenfondsbestuurders (..) dit écht niet snappen". En vervolgt: "Een pensioenfondsbestuurder die deze basiskennis (!) ontbeert, had immers al lang ontslagen moeten zijn of door DNB onbekwaan verklaard moeten worden. Mogelijk dat zij het dus wel begrijpen, maar bewust misbruik maken van de onwetendheid van het grote publiek. Dat zou hun gedrag er niet fraaier op maken."

Hij durft nogal.

Hoezo deze snoeiharde frontale aanval, waarbij bewust op de man wordt gespeeld ? Op het voetbalveld zou daar de rode kaart voor worden getrokken. Beseft hij dan niet dat de hand die naar een ander wijst met drie vingers wijst naar degene die zo'n oordeel durft uit te spreken ? Wetenschappelijk-objectief te rechtvaardigen, dit opiniestukje ? Nee, natuurlijk niet. Want:

(1) Als het waar is, dat resultaten uit het verleden niets zeggen over de toekomst, dan is ook zijn betoog niet meer te onderbouwen. De academische literatuur die de heer Boelaars als "bewijs" aanvoert is toch voorlopig nogal mager. Hij verwijst alleen naar "de Nobelprijswinnende artikelen van professor Robert Shiller". Maar zelfs zo'n bron geeft in de economie hooguit bruikbare theorie, nooit hard bewijs. Hoe overtuigend gebracht en plausibel op het eerste gezicht misschien ook. Want de wereld en mensen kunnen veranderen en doen dat ook.

(2) De reputatie van Robert Shiller als auteur van "Nobelprijswinnende artikelen" wordt misbruikt om mee te liften. Om te "bewijzen" dat de gekozen rekenrente goed genoeg is. Voor wie wat dieper graaft, valt juist (of ook) het tegendeel te "bewijzen". Zie bijvoorbeeld (!) Robert Shiller over beleggen in aandelen als de beste manier om (in de USA) vermogensgroei te realiseren. Link http://money.cnn.com/2014/12/04/investing/shiller-housing-wealth/

(3) Centrale vraag zou niet moeten zijn welke rekenrente de "juiste" is om de verwachte (!) waarde van de uitbetalingsverplichtingen over een lange periode, of de hoogte van de dekkingsgraad op een vrij willekeurig tijdstip (prikdatum) te berekenen. Centrale vraag zou moeten zijn of de beleggingsresultaten over bijvoorbeeld de afgelopen vijf of tien jaar goed genoeg waren om weer te indexeren en niet alleen meer te reserveren voor degenen die nu pensioen opbouwen. Er worden daarbij altijd inschattingen gemaakt, waarbij men vooral in Nederland gewend is (te) voorzichtig ("prudent") te zijn.

Er komen daarom veel vragen op. Wie is eigenlijk de heer Boelaars ? Meent hij echt wat hij schrijft en is hij wel correct weergegeven ? Waarom wordt dit artikel op deze plaats en juist nu gepubliceerd ?

Ilja Boelaars studeerde economie aan de Universiteit van Utrecht (BSc 2006) en de London School of Economics (MSc 2007). Is actief lid van de Jonge Democraten (D'66) en heeft in eerdere functies (junior universitair docent economie aan de Universiteit van Utrecht, gecertificeerd financieel risico consultant, persvoorlichter) al meer de pers gehaald *). Bij de Jonge Democraten zitten het pensioenvraagstuk en het drugsbeleid in zijn portefeuille. Lobbiet vooral voor zijn leeftijdgenoten. Ingeschreven aan de University of Chicago, waar hij hoopt te promoveren. Het zou interessant zijn te weten waar dat proefschrift in bewerking dan over gaat.

Waarschijnlijk wil Ilja Boelaars ook met dit artikel de belangen van zijn leeftijdgenoten verdedigen. Dat zou verklaren waarom hij zulk grof geschut inzet. Om de kans klein te houden dat een hogere rekenrente wordt ingevoerd, waardoor indexering weer mogelijk wordt. Want 1% hogere of lagere rente scheelt meer dan 10% in dekkingsgraad (ABP). De auteur is blijkbaar bang dat een hogere rekenrente nu de pensioenen van zijn leeftijdgenoten zal aantasten. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Reserveren is niet hetzelfde als uitkeren. Een opgebouwde pensioenreserve zal meestal niet tot volle uitkering komen zolang het fonds niet wordt geliquideerd. Er is een buffer ingebouwd die tegenvallende resultaten op sterfte en beleggingen zou moeten opvangen. Beseft hij dat wel ?

De reacties in de digitale FD op dit artikel liegen er niet om. Veel lezers vinden dat Boelaars maar terug moet naar de collegebanken om meer (betere) materiekennis op te doen. Maar mogelijk is dat oordeel fout.
Hij speelt misschien een macchiavellistisch spelletje met woorden en reputaties. Dat zou een wetenschapper in spe (promovendus) niet behoren te doen. Zijn betoog is los daarvan niet helder en hij komt voor de rekenrente tot een onjuiste conclusie. Dat zijn ernstige tekortkomingen. Tenminste voor iemand die nog hoopt te promoveren en onder meer bij een actuarieel bureau heeft gewerkt.

Het opiniestuk van Boelaars lijkt geschreven vanuit de angst dat als de één (gepensioneerde) nu wat meer pensioen ontvangt, de ander (werkende) later per definitie wat minder uitgekeerd krijgt. Want wat aan de reserve wordt onttrokken kan niet meer worden belegd en levert voor latere uitkeringen niets op. Zo gezien een verlies voor iemand die nog pensioen opbouwt. Maar zo simpel is het niet.
Want de werkende van nu heeft in de regel al een veel hoger salaris dan de werkende van een jaar of twintig geleden en bouwt daardoor meer pensioen op. De reserve van nu kan nog flink (hoogst waarschijnlijk meer dan genoeg) groeien. In principe krijgt iedere deelnemer een evenredig deel uitgekeerd. De met zijn of haar premies ingelegde gelden, opgerent met de voorgeschreven rekenrente (met misschien zo nu en dan een klein plusje via indexering). Die rekenrente is echt veel te laag als je dat objectiever bekijkt. Want beperkt tot staatsobligaties, waarvan de rente al jaren kunstmatig laag gehouden en nog verder omlaag gedrukt wordt door de ECB. De pensioenfondsen beleggen breder en kunnen daardoor een veel beter gemiddeld beleggingsresultaat halen. Het beleggingsrisico wordt na de "hervorming" van het pensioenstelsel op de deelnemers afgewenteld. De hoogte van de toekomstige uitkeringen wordt niet meer gegarandeerd. Zelfs niet in de vorm van een bepaald minimum rendement op de betaalde premies.

Tenslotte worden door Boelaars de hoofdvragen ontweken: (1) Wat gebeurt er met het verschil tussen het langjarig behaald beleggingsresultaat en de nu absurd lage voorgeschreven rekenrente ? **) (2) Op basis van welke verdeelsleutel krijgt ieder die gepensioneerd is of nog rechten opbouwt daar een portie van ?

Het voorgeschreven rekensysteem voor de pensioenverplichtingen rammelt aan alle kanten. Voorlopig wordt alleen meer opgepot, omdat er een tekort aan opgebouwd pensioenvermogen zou zijn.

Zou de heer Boelaars in zijn voor een echt open dialoog ? Als hij zich daarop wil voorbereiden kan ik hem het lezen van een artikel op het economenforum Mejudice aanbevelen. Over de lage (reken)rente als de waarschijnlijk voornaamste oorzaak van de financiële crisis. Link: http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/ware-oorzaak-van-de-crisis-in-de-vs-en-europa-is-de-lage-rente

Op 17 februari publiceerde het FD twee dieper overdachte bijdragen over de rekenrente (pag. 10). Daarnaast ook een artikel dat zijdelings interessant is, als het gaat om verwachtingen over toekomstige rente-ontwikkelingen. Dat laatste artikel (van een kredietbeoordelaar bij Standard & Poor, op pag. 1 en 7) ontspoort alleen weer erg. Met name omdat het regeringen op het hart drukt om te blijven "hervormen" en ook nog eens aankomt met het spook van de "schuldenval". Die opvattingen zijn veel te ongenuanceerd en wat betreft de te verwachten effecten wetenschappelijk (nog) onvoldoende onderbouwd. Voorlopig zijn het vooral neoliberalen met oogkleppen op en oordopjes in die zo simplistisch denken. Laten zij hun demagogische talenten alsjeblieft eens ergens anders botvieren. Liefst in een onschuldige debatingclub.
Op 18 februari nog een bijdrage van hoogleraar Sweder van Wijnbergen (pag. 11). Dat zit ook op een verkeerd spoor. Weer overgaan tot indexeren is geen (ongedekte) greep uit de kas ten koste van jongeren. Zie boven. Zwak punt van dit betoog is ook, dat de koersen van effecten nu een reële marktwaarde inclusief werkelijk risico zouden reflecteren.
Vandaag (26 februari) in FD nog weer een goed doordachte bijdrage over de rekenrente (pag. 11). Van de hoogleraren Bovenberg en Nijman. Met misschien maar één schoonheidsfoutje. Ook hier weer de n.m.m. veel te strakke gedachte dat als één jaargroep wat meer pensioen uitgekeerd krijgt, de andere jaargroep vanzelf (evenveel ?) tekort wordt gedaan.
__
*)  Ook op woensdag 4 februari nog in het FD in een artikel met twee co-auteurs:
Ilja Boelaars (Jonge Democraten), Bart van  Bruggen (Jonge Socialisten), Paul le Doux (JOVD), "Houd persoonlijke pensioenrekening wel simpel".
Dit artikel (met een veel gematigder toon) was een reactie op een eind januari door de SER uitgebracht conceptadvies. Daarin werden door de SER vier (!) scenario's voor een nieuw pensioenstelsel beschreven.
**) Er zit nu bijvoorbeeld bij het ABP meer dan 4% marge tussen het over de laatste 10 jaar behaald rendement op beleggingen (boven de 7%) en de verplicht te gebruiken rekenrente (onder de 3% over de hele beleggingshorizon van 60 jaar).

zaterdag 7 februari 2015

Macro/micro

Economen en beleidsmakers blijven mensen. Ze kijken door hun eigen bril en zien vaak alleen de dingen die bekend voorkomen, of die ze graag willen zien. Het is daarom niet zo vreemd dat de meeste economen de crisis niet aan zagen komen. Nog erger, nog altijd geen recept hebben gevonden om die op te lossen.

Een belangrijke reden is ook, dat het beleid gemaakt wordt op macro-niveau. Vaak door macroeconomen die van heel veraf naar de wereld kijken. Hun theorie toepassen, zelfs nog als die al lang niet meer blijkt te werken. De crisis ettert vooral daarom door. Ook omdat, als er eenmaal een besluit gevallen is, bijna niemand wil weten dat hij/zij het misschien niet helemaal goed heeft gezien en dat beter een andere weg gekozen had kunnen worden. Zoals rond de Griekenland-crisis rondzong: "We moeten nu geen slappe knieën krijgen" (dat waren de hardliners in de EU die vinden dat de 3%-norm voor het overheidstekort niet genuanceerd mag worden), en "vertrouwen wordt pas gegeven bij gebleken betrouwbaarheid" (Schäuble naar de nieuwe Griekse regering).

Schäubles gezegde weegt niet mee dat cijfers niet heilig mogen zijn, niet belangrijker dan mensen. Evenmin dat vertrouwen gemakkelijker verloren dan gewonnen wordt. En als je pas na gebleken trouw aan een wurgcontract (in een sfeer van slikken of stikken getekend door een rechtsvoorganger) om een realistischer aflossingsregeling mag vragen zijn we veel te rechtlijnig-afstandelijk bezig.
Mensen (een volk, de hele EU, zelfs ook Rusland) in het gareel willen dwingen, met eenzijdig opgelegde regels en sancties, is niet meer van deze tijd. Ook al mag (en in uiterste situaties moet) je wel vechten voor iets of iemand die je lief is. Elk mens heeft recht op respect. Op wat ruimte om eigen keuzes te maken en zich te kunnen ontplooien. Om een menswaardig bestaan te leiden. Zelfs op steun als dat niet (meer) op eigen kracht lukt. Zolang hij/zij anderen die grondrechten ook maar gunt en geeft. De munt heeft twee zijden.

Laten we het daarom eens opnieuw, van een andere kant, bekijken. Niet alleen macro (van veraf), maar ook micro (van dichtbij). Want er wordt nogal wat in sjablonen, met zwart-wit tegenstellingen, gepraat en geschreven. Alsof economie en politiek een wedstrijd in het debatteren zijn. De Grieken zijn niet allemaal lui en corrupt, evenmin als wij. De portemonnee hoeft niet door "ons" opnieuw getrokken. De verstrekte leningen en een eventueel klein overbruggingskrediet gaan niet in een bodemloze put. Uitstel geven van betaling is geen teken van zwakheid of beloning van slecht gedrag. Geef Europa en de nieuwe Griekse regering een kans.

De EU-top verwacht te veel van simpele en uniforme regels. Van lage basisrente, lage lonen, en een paar benchmarks, als toets op de gezondheid van elk land in de EU. Als bijvoorbeeld de normen voor het overheidsbudget niet tot de nul achter de komma opgelegd en afgedwongen zouden worden, is er al meer kans op herstel van zelfs de nu "slechtst" presterende landen. Het is een ernstige misvatting dat wat (misschien) goed is voor de één (Duitsland, Nederland ?), ook goed is voor alle anderen. We hoeven ook niet steeds weer verder te bezuinigen om internationaal concurrerend te worden of te blijven. Dat is een verouderde en in elk geval veel te simpele opvatting. Ook een doodlopende weg, want er is altijd wel ergens een aanbieder die een bepaald produkt nog goedkoper kan leveren. Meestal door anderen (toeleveranciers en/of werknemers) nog meer uit te persen. Zelden door verbetering van het proces en/of het produkt.

Macroeconomen kunnen van bedrijfseconomen dan nog wat leren. Bijvoorbeeld dat je kunt concurreren op vier of meer aspecten. Meestal wordt daarvoor het schema van de "vier p's" gebruikt (produkt, prijs, promotie, plaats). Puur met reclame of met de laagste prijs iets willen verkopen is een strategie die tegen je werkt. Met produkt of plaats als hoofdaccent kun je je van andere aanbieders zó veel onderscheiden dat je (nog of weer) winst gaat maken.
Een warenhuis als V&D is zo ook nieuw leven in te blazen. Als plaats waar je andere mensen ontmoet, waar je produkten kunt zien, ruiken, voelen, vergelijken, waar je persoonlijk advies kunt krijgen en prettig geholpen wordt, etc. Ontwikkel maar een nieuw concept dat aansluit bij de behoeften van de potentiële klanten. Verzin in elk geval niet alleen maar iets wat je zelf goed of nodig vindt, zoals de EU-topmensen nu lijken te doen.